Onderstaand een aantal citaten uit: Laboratorium De Voorst 25 jaar;
een terugblik op 25 jaar aktiviteiten van het Laboratorium De Voorst ter gelegenheid
van de viering van het 25-jarig bestaan op 10 en 11 september 1976, auteur: J.D. van der Tuin.
In onderstaande citaten zitten zeker, gemeten naar de huidige regels, enkele spelfouten,
maar deze zijn origineel en in 1976 golden er nog andere spellingsregels.
Voorwoord. |
In veler ogen verloopt de tijd zeer snel. Daarom is het
een goede gedachte geweest, dat onze "archivaris",
J.D. van der Tuin, ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan van het Laboratorium De Voorst één en ander
uit het verleden voor ons op een rij heeft gezet en voor
ons wakker heeft gemaakt. ir. J.J. Vinjé, hoofd laboratorium De Voorst |
Voorwoord. |
|
In veler ogen verloopt de tijd zeer snel. Daarom is het
een goede gedachte geweest, dat onze "archivaris",
J.D. van der Tuin, ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan van het Laboratorium De Voorst één en ander
uit het verleden voor ons op een rij heeft gezet en voor
ons wakker heeft gemaakt. |
U kunt wellicht zelf - om eens een modewoord te gebruiken
- deze herinneringen wel verder "inkleuren".
Ik wens U daarbij veel genoegen. ir. J.J. Vinjé, hoofd laboratorium De Voorst |
Voorwoord. |
||
In veler ogen verloopt de tijd zeer snel. Daarom is het
een goede gedachte geweest, dat onze "archivaris",
J.D. van der Tuin, ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan van het Laboratorium De Voorst één en ander
uit het verleden voor ons op een rij heeft gezet en voor
ons wakker heeft gemaakt. |
Of U nu denkt aan fietsend-vechtende
koffiejongens op een bruggetje zonder leuning over een aanvoersloot, aan
schaalproeven met plastic doeken in de Windgoot om de
windhinder bij getijmodellen in de open lucht te niet te
doen, of aan translatiegolven opwekkende praktikanten,
waardoor modelmuren bezweken .......... |
ir. J.J. Vinjé, hoofd laboratorium De Voorst |
Voorwoord. |
|||
In veler ogen verloopt de tijd zeer snel. Daarom is het
een goede gedachte geweest, dat onze "archivaris",
J.D. van der Tuin, ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan van het Laboratorium De Voorst één en ander
uit het verleden voor ons op een rij heeft gezet en voor
ons wakker heeft gemaakt. |
oude niet-vermelde herinneringen
bovenkomen en dat wellicht des te meer naarmate men
langer aan het Laboratorium verbonden is. |
U kunt wellicht zelf - om eens een modewoord te gebruiken
- deze herinneringen wel verder "inkleuren".
Ik wens U daarbij veel genoegen. |
ir. J.J. Vinjé, hoofd laboratorium De Voorst |
Het eerste begin. |
De behoefte aan uitbreiding van laboratoriumruimte
deed de stichting Waterbouwkundig Laboratorium na
de tweede Wereldoorlog uitzien naar een geschikt terrein
voor de opzet van een openlucht-laboratorium. |
Het eerste begin. |
|
De behoefte aan uitbreiding van laboratoriumruimte
deed de stichting Waterbouwkundig Laboratorium na
de tweede Wereldoorlog uitzien naar een geschikt terrein
voor de opzet van een openlucht-laboratorium. |
rond te kijken, b.v. in Hoek van
Holland, Delfzijl en Wageningen. |
Het eerste begin. |
||
De behoefte aan uitbreiding van laboratoriumruimte
deed de stichting Waterbouwkundig Laboratorium na
de tweede Wereldoorlog uitzien naar een geschikt terrein
voor de opzet van een openlucht-laboratorium. |
Uiteindelijk na afwijzen van veel factoren, factoren als
aanwezigheid van zout water, huisvesting, personeel,
terreinkosten, etc. waren aanleiding om ook in andere
delen van het land rond te kijken, b.v. in Hoek van
Holland, Delfzijl en Wageningen. |
moeten worden onderzocht, is een geschikt terrein gevonden in de
Noordoostpolder. Dichtbij De Voorst". |
Het eerste begin. |
|||
De behoefte aan uitbreiding van laboratoriumruimte
deed de stichting Waterbouwkundig Laboratorium na
de tweede Wereldoorlog uitzien naar een geschikt terrein
voor de opzet van een openlucht-laboratorium. |
in dit verband het Julianakanaal, het Twentekanaal en
De Voorst. |
Het jaarverslag van de Stichting over 1950 vermeldt
dan ook: "Voor een openlucht-laboratorium, waarin de toekomst zeer grote modellen moeten worden
onderzocht, is een geschikt terrein gevonden in de
Noordoostpolder. Dichtbij De Voorst". |
was ir. H.J. Schoemaker (m.i.v. 1-1-1950), die op zijn beurt werd bijgestaan door twee ingenieurs-sectiechef: ir. E.W. Bijker en ir. H.C. Frijlink. |
De eerste vijf jaren. |
Van 1951 tot 1954 werden in De Voorst enige modelonderzoeken
verricht om, bij wijze van proef, de mogelijkheden
van een openlucht-laboratorium te ervaren,
alvorens tot een definitieve vestiging te besluiten. Timmerman H. Harsevoort
In 1952 werd een zeer groot model gebouwd van de
Nederrijn bij Amerongen (M 398). Als bodemmateriaal
werd gemalen bakeliet gekozen, hetgeen betere resultaten
zou blijken af te werpen dan de tot dantoe gebruikte
gebroken puimsteen. Kantoor aan de noordzijde van de Voorsterweg, tegenover de inrit van de Maasweg (1954)
Het hoofdkantoor zoals oorspronkelijk ontworpen,
is er echter nooit gekomen. In plaats daarvan, is er
een bescheiden semi-permanent kantoor gebouwd,
(de oude vleugel van het huidige kantoor)
dat in 1957 gereed kwam. |
De eerste vijf jaren. |
|
Van 1951 tot 1954 werden in De Voorst enige modelonderzoeken
verricht om, bij wijze van proef, de mogelijkheden
van een openlucht-laboratorium te ervaren,
alvorens tot een definitieve vestiging te besluiten. Timmerman H. Harsevoort
In 1952 werd een zeer groot model gebouwd van de
Nederrijn bij Amerongen (M 398). Als bodemmateriaal
werd gemalen bakeliet gekozen, hetgeen betere resultaten
zou blijken af te werpen dan de tot dantoe gebruikte
gebroken puimsteen. |
In 1953 werd als gevolg van de grote overstromingsramp
in het zuidwesten van ons land, intensief
modelonderzoek uitgevoerd ter ondersteuning van het
herstel. Het model van de Veerhaven van Kruiningen (M 454)
was daarvan een der grootste. Kantoor aan de noordzijde van de Voorsterweg, tegenover de inrit van de Maasweg (1954)
Het hoofdkantoor zoals oorspronkelijk ontworpen,
is er echter nooit gekomen. In plaats daarvan, is er
een bescheiden semi-permanent kantoor gebouwd,
(de oude vleugel van het huidige kantoor)
dat in 1957 gereed kwam. |
De eerste vijf jaren. |
||
Van 1951 tot 1954 werden in De Voorst enige modelonderzoeken
verricht om, bij wijze van proef, de mogelijkheden
van een openlucht-laboratorium te ervaren,
alvorens tot een definitieve vestiging te besluiten. |
Timmerman H. Harsevoort
In 1952 werd een zeer groot model gebouwd van de
Nederrijn bij Amerongen (M 398). Als bodemmateriaal
werd gemalen bakeliet gekozen, hetgeen betere resultaten
zou blijken af te werpen dan de tot dantoe gebruikte
gebroken puimsteen. |
vestiging in De Voorst.
Vanaf dat moment werden er ijverig plannen gemaakt.
Er werd 86,5 ha grond aangekocht. het
nieuwe hoofdkantoor werd aan de noordzijde van
de Voorsterweg gedacht, waar ook eerst een houten
kantoortje stond, dat later werd verplaatst en als
"Waterwegkeet" bekendheid kreeg. Kantoor aan de noordzijde van de Voorsterweg, tegenover de inrit van de Maasweg (1954)
Het hoofdkantoor zoals oorspronkelijk ontworpen,
is er echter nooit gekomen. In plaats daarvan, is er
een bescheiden semi-permanent kantoor gebouwd,
(de oude vleugel van het huidige kantoor)
dat in 1957 gereed kwam. |
De eerste vijf jaren. |
|||
Van 1951 tot 1954 werden in De Voorst enige modelonderzoeken
verricht om, bij wijze van proef, de mogelijkheden
van een openlucht-laboratorium te ervaren,
alvorens tot een definitieve vestiging te besluiten. |
wal getrokken woonark en enkele schuilketen. De ingenieurs Bijker, Hoekstra en Gersie waren voor een groot deel van de tijd vanuit Delft hier gedetacheerd. Door de firma Daalder werden een timmerman (H. Harsevoort) en een aantal grondwerkers beschikbaar gesteld. Timmerman H. Harsevoort
In 1952 werd een zeer groot model gebouwd van de
Nederrijn bij Amerongen (M 398).
Als bodemmateriaal
werd gemalen bakeliet gekozen, hetgeen betere resultaten
zou blijken af te werpen dan de tot dantoe gebruikte
gebroken puimsteen. |
In 1953 werd als gevolg van de grote overstromingsramp
in het zuidwesten van ons land, intensief
modelonderzoek uitgevoerd ter ondersteuning van het
herstel. Het model van de Veerhaven van Kruiningen (M 454)
was daarvan een der grootste. |
Kantoor aan de noordzijde van de Voorsterweg, tegenover de inrit van de Maasweg (1954)
Het hoofdkantoor zoals oorspronkelijk ontworpen,
is er echter nooit gekomen. In plaats daarvan, is er
een bescheiden semi-permanent kantoor gebouwd,
(de oude vleugel van het huidige kantoor)
dat in 1957 gereed kwam. |
1956 - 1960. |
1956 was een zeer bedrijvig jaar, waarin begonnen werd met de bouw van het kantoor,
de Wind en Stroomgoot en in de inlaatduiker. Ook werd de regelvijver aangelegd en
werden de aan- en afvoersloten gegraven. Een terreinkaartje uit dat jaar vermeldt
de volgende modellen: M 315 - Oeververbindingen Rotterdam; M 346 - Tweede
Petroleum-haven Rotterdam (in verband met deze beide modellen werd op 24 januari 1956
een persconferentie belegd); M 398 situatie stuw Vreeswijk; M 402 Noodverbrugging
bovenrivieren; M 472 - Ingang St. Annabaai, Curacao; M 498 - Haven van Lagos,
Nigeria; M 505 - Haringvlietsluizen; M 515 -Overzichtsmodel Haringvliet;
M 522 - Houtribsluizen; M 526 - Haven van IJmuiden; M 529 - Ontgronding
Kornwederzand; M 537 Mond van Escravos - rivier, Nigeria.
Hoogtepunt van het jaar was het bezoek van H.M. Koningin Juliana op 6 juni 1956 aan
het laboratorium bracht. Kustmodel Thyborøn in Denemarken
In 1958 werd een model gebouwd voor afsluiting van de Grevelingen (M 563) met een vernuftig systeem
van getijregeling. De kamer bij de ingang van het wind- en stroomgootgebouw werd ingericht voor
instrumentatie en electronica. |
1956 - 1960. |
|
1956 was een zeer bedrijvig jaar, waarin begonnen werd met de bouw van het kantoor,
de Wind en Stroomgoot en in de inlaatduiker. Ook werd de regelvijver aangelegd en
werden de aan- en afvoersloten gegraven. Een terreinkaartje uit dat jaar vermeldt
de volgende modellen: M 315 - Oeververbindingen Rotterdam; M 346 - Tweede
Petroleum-haven Rotterdam (in verband met deze beide modellen werd op 24 januari 1956
een persconferentie belegd); M 398 situatie stuw Vreeswijk; M 402 Noodverbrugging
bovenrivieren; M 472 - Ingang St. Annabaai, Curacao; M 498 - Haven van Lagos,
Nigeria; M 505 - Haringvlietsluizen; M 515 -Overzichtsmodel Haringvliet;
M 522 - Houtribsluizen; M 526 - Haven van IJmuiden; M 529 - Ontgronding
Kornwederzand; M 537 Mond van Escravos - rivier, Nigeria.
Hoogtepunt van het jaar was het bezoek van H.M. Koningin Juliana op 6 juni 1956 aan
het laboratorium bracht. |
Kustmodel Thyborøn in Denemarken
In 1959 begon een periode van circa 2 jaar waarin ca. 15 Turkse havens aan een modelonderzoek
werden onderworpen. Ook werd een groot model gebouwd van de riviersplitsing nabij Dordrecht.
(M 545). |
1956 - 1960. |
||
1956 was een zeer bedrijvig jaar, waarin begonnen werd met de bouw van het kantoor,
de Wind en Stroomgoot en in de inlaatduiker. Ook werd de regelvijver aangelegd en
werden de aan- en afvoersloten gegraven. Een terreinkaartje uit dat jaar vermeldt
de volgende modellen: M 315 - Oeververbindingen Rotterdam; M 346 - Tweede
Petroleum-haven Rotterdam (in verband met deze beide modellen werd op 24 januari 1956
een persconferentie belegd); M 398 situatie stuw Vreeswijk; M 402 Noodverbrugging
bovenrivieren; M 472 - Ingang St. Annabaai, Curacao; M 498 - Haven van Lagos,
Nigeria; M 505 - Haringvlietsluizen; M 515 -Overzichtsmodel Haringvliet;
M 522 - Houtribsluizen; M 526 - Haven van IJmuiden; M 529 - Ontgronding
Kornwederzand; M 537 Mond van Escravos - rivier, Nigeria.
Hoogtepunt van het jaar was het bezoek van H.M. Koningin Juliana op 6 juni 1956 aan
het laboratorium bracht. |
bij Westervoort; M 509 - Kustmodel Thyborøn in Denemarken; M 588 Afsluiting Veersegat; M 609 - Afsluiting Lauwerszee. Kustmodel Thyborøn in Denemarken
|
In 1958 werd een model gebouwd voor afsluiting van de Grevelingen (M 563) met een vernuftig systeem
van getijregeling. De kamer bij de ingang van het wind- en stroomgootgebouw werd ingericht voor
instrumentatie en electronica. |
1956 - 1960. |
|||
1956 was een zeer bedrijvig jaar, waarin begonnen werd met de bouw van het kantoor, de Wind en Stroomgoot en in de inlaatduiker. Ook werd de regelvijver aangelegd en werden de aan- en afvoersloten gegraven. Een terreinkaartje uit dat jaar vermeldt de volgende modellen: M 315 - Oeververbindingen Rotterdam; M 346 - Tweede Petroleum-haven Rotterdam (in verband met deze beide modellen werd op 24 januari 1956 een persconferentie belegd); M 398 situatie stuw Vreeswijk; M 402 Noodverbrugging bovenrivieren; M 472 - Ingang St. Annabaai, Curacao; M 498 - Haven van Lagos, Nigeria; M 505 - Haringvlietsluizen; M 515 -Overzichtsmodel Haringvliet; M 522 - Houtribsluizen; M 526 - Haven van IJmuiden; M 529 - Ontgronding Kornwederzand; M 537 Mond van Escravos - rivier, Nigeria. |
Hoogtepunt van het jaar was het bezoek van H.M. Koningin Juliana op 6 juni 1956 aan
het laboratorium bracht. |
Kustmodel Thyborøn in Denemarken
van het wind- en stroomgootgebouw werd ingericht voor
instrumentatie en electronica. |
Ernaast werd een kleine donkere kamer met voorraadruimte voor fotografische materialen in gebruik
genomen. Onderin het gebouw naast de Windgoot stond een werkbank als eerste begin van de
instrumentatie afdeling. |
1961 - 1965. |
In 1961 werden er twee kavels bijgekocht waarmee
de totale oppervlakte op 122,5 ha kwam. De modellen werden alle voorzien
van een automatische debietregeling. Bij de timmerwerkplaats werd ook een
schilderswerkplaats ingericht. Thaise ingenieur, schaatsend op het Bangkokmodel, 1963
Voor een getijmodel voor onderzoek naar de mogelijkheden tot afsluiting van de
Oosterschelde (M 822) werd begonnen met de bouw
van een loods 80 x 43 m², welke in 1964 gereed
kwam. (De kleinste van de twee loodsen is de
huidige "Brouwersloods").
De nog open golfbak aan de Nigerweg Op 20 september raakte de heer W. Santbergen, bij een aanrijding op de Repelweg betrokken, en wel zo ernstig dat hij na ruim 2 ½ jaar later pas zijn werk weer kon hervatten. |
1961 - 1965. |
|
In 1961 werden er twee kavels bijgekocht waarmee
de totale oppervlakte op 122,5 ha kwam. De modellen werden alle voorzien
van een automatische debietregeling. Bij de timmerwerkplaats werd ook een
schilderswerkplaats ingericht. Thaise ingenieur, schaatsend op het Bangkokmodel, 1963 Voor een getijmodel voor onderzoek naar de |
mogelijkheden tot afsluiting van de
Oosterschelde (M 822) werd begonnen met de bouw
van een loods 80 x 43 m², welke in 1964 gereed
kwam. (De kleinste van de twee loodsen is de
huidige "Brouwersloods").
De nog open golfbak aan de Nigerweg Op 20 september raakte de heer W. Santbergen, bij een aanrijding op de Repelweg betrokken, en wel zo ernstig dat hij na ruim 2 ½ jaar later pas zijn werk weer kon hervatten. |
1961 - 1965. |
||
In 1961 werden er twee kavels bijgekocht waarmee
de totale oppervlakte op 122,5 ha kwam. De modellen werden alle voorzien
van een automatische debietregeling. Bij de timmerwerkplaats werd ook een
schilderswerkplaats ingericht. |
Thaise ingenieur, schaatsend op het Bangkokmodel, 1963
van een loods 80 x 43 m², welke in 1964 gereed
kwam. (De kleinste van de twee loodsen is de
huidige "Brouwersloods").
|
loods
wordt thans een onderdeel van de Bangkok-loods. De nog open golfbak aan de Nigerweg Op 20 september raakte de heer W. Santbergen, bij een aanrijding op de Repelweg betrokken, en wel zo ernstig dat hij na ruim 2 ½ jaar later pas zijn werk weer kon hervatten. |
1961 - 1965. |
|||
In 1961 werden er twee kavels bijgekocht waarmee
de totale oppervlakte op 122,5 ha kwam. De modellen werden alle voorzien
van een automatische debietregeling. Bij de timmerwerkplaats werd ook een
schilderswerkplaats ingericht. |
beide Thaise ingenieurs,
werkzaam op het Bangkokmodel, op hun eigen
model hebben leren schaatsen. Thaise ingenieur, schaatsend op het Bangkokmodel, 1963 Voor een getijmodel voor onderzoek |
naar de mogelijkheden tot afsluiting van de
Oosterschelde (M 822) werd begonnen met de bouw
van een loods 80 x 43 m², welke in 1964 gereed
kwam. (De kleinste van de twee loodsen is de
huidige "Brouwersloods").
|
fotografische afdeling. Ter plaatse van het voormalig model "Onderzoek Sloehaven te Vlissingen” (M 635) werd een groot golfbassin aangelegd, dat in 1968 werd overkapt en thans als "Golfbak Nigerweg" bekend is. De nog open golfbak aan de Nigerweg Op 20 september raakte de heer W. Santbergen, bij een aanrijding op de Repelweg betrokken, en wel zo ernstig dat hij na ruim 2 ½ jaar later pas zijn werk weer kon hervatten. |
1966 - 1970. |
In 1966 werden de wegen op het terrein geasfalteerd.
voor de afsluiting van het Brouwershavensegat
(M 886) werd een grote loods (43 x 110 m²) gebouwd.
(de grootste der twee loodsen van de huidige
"Brouwersloods", terwijl het model (M 782) voor
onderzoek naar duwvaart in kanalen werd overkapt
door een 194 meter lange loods. De ruimte in de
Bangkokloods kwam vrij voor andere onderzoeken. Modelonderzoek naar afzinkmanoeuvres van elementen van de Benelux-tunnel (M 895, 1966)
Op 15 november 1967 vond de promotie plaats van
ir. E.W. Bijker. De in 1970 in gebruik genomen Oosterscheldehal Tevens werd er een kantoor bijgebouwd, terwijl er ook hard gewerkt werd aan een centrale kantine. Deze bouwwerken werden op 5 januari 1970 op feestelijke wijze in gebruik gesteld waarbij de kantine een plastiek van de kunstenaar Herman Nieweg werd onthuld, en in de Oosterscheldehal een door de aannemers aangeboden kunstwerk werd overgedragen (ook dit kunstwerk werd door Nieweg gemaakt). In de loop van 1969 kregen we een "terminal" van Control Data te Rijswijk voor de uitvoering van computerwerk. Op 4 september vond het laatste PV-reisje plaats; de tocht voerde ons naar Den Helder waar een ieder zijn kennis van de vloeistofmechanica, elk op zijn eigen manier toetste. Op 18 november werd de heer H. Harsevoort tot erelid van de PV benoemd. Op 2 december vond promotie plaats van ir. C.B. Vreugdenhil. |
1966 - 1970. |
|
In 1966 werden de wegen op het terrein geasfalteerd.
voor de afsluiting van het Brouwershavensegat
(M 886) werd een grote loods (43 x 110 m²) gebouwd.
(de grootste der twee loodsen van de huidige
"Brouwersloods", terwijl het model (M 782) voor
onderzoek naar duwvaart in kanalen werd overkapt
door een 194 meter lange loods. De ruimte in de
Bangkokloods kwam vrij voor andere onderzoeken. Modelonderzoek naar afzinkmanoeuvres van elementen van de Benelux-tunnel (M 895, 1966)
Op 15 november 1967 vond de promotie plaats van
ir. E.W. Bijker. |
Op 30 augustus vond een afscheidsreceptie plaats
van
dr. ir. E.W. Bijker en ir. A.J. Hoekstra.
Eerstgenoemde werd als adjunct-directeur opgevolgd door ir. J.E. Prins, en ir. J.J. Vinjé werd
hoofd laboratorium De Voorst. De in 1970 in gebruik genomen Oosterscheldehal Tevens werd er een kantoor bijgebouwd, terwijl er ook hard gewerkt werd aan een centrale kantine. Deze bouwwerken werden op 5 januari 1970 op feestelijke wijze in gebruik gesteld waarbij de kantine een plastiek van de kunstenaar Herman Nieweg werd onthuld, en in de Oosterscheldehal een door de aannemers aangeboden kunstwerk werd overgedragen (ook dit kunstwerk werd door Nieweg gemaakt). In de loop van 1969 kregen we een "terminal" van Control Data te Rijswijk voor de uitvoering van computerwerk. Op 4 september vond het laatste PV-reisje plaats; de tocht voerde ons naar Den Helder waar een ieder zijn kennis van de vloeistofmechanica, elk op zijn eigen manier toetste. Op 18 november werd de heer H. Harsevoort tot erelid van de PV benoemd. Op 2 december vond promotie plaats van ir. C.B. Vreugdenhil. |
1966 - 1970. |
||
In 1966 werden de wegen op het terrein geasfalteerd.
voor de afsluiting van het Brouwershavensegat
(M 886) werd een grote loods (43 x 110 m²) gebouwd.
(de grootste der twee loodsen van de huidige
"Brouwersloods", terwijl het model (M 782) voor
onderzoek naar duwvaart in kanalen werd overkapt
door een 194 meter lange loods. De ruimte in de
Bangkokloods kwam vrij voor andere onderzoeken. Modelonderzoek naar afzinkmanoeuvres van elementen van de Benelux-tunnel (M 895, 1966) |
Bij het PV-reisje werd te Amersfoort zodanig gedineerd dat het bedienend personeel toezegde een
volgend keer uit kruiwagens te zullen serveren. |
De in 1970 in gebruik genomen Oosterscheldehal werd onthuld, en in de Oosterscheldehal een door de aannemers aangeboden kunstwerk werd overgedragen (ook dit kunstwerk werd door Nieweg gemaakt). In de loop van 1969 kregen we een "terminal" van Control Data te Rijswijk voor de uitvoering van computerwerk. Op 4 september vond het laatste PV-reisje plaats; de tocht voerde ons naar Den Helder waar een ieder zijn kennis van de vloeistofmechanica, elk op zijn eigen manier toetste. Op 18 november werd de heer H. Harsevoort tot erelid van de PV benoemd. Op 2 december vond promotie plaats van ir. C.B. Vreugdenhil. |
1966 - 1970. |
|||
In 1966 werden de wegen op het terrein geasfalteerd. voor de afsluiting van het Brouwershavensegat (M 886) werd een grote loods (43 x 110 m²) gebouwd. (de grootste der twee loodsen van de huidige "Brouwersloods", terwijl het model (M 782) voor onderzoek naar duwvaart in kanalen werd overkapt door een 194 meter lange loods. Modelonderzoek naar afzinkmanoeuvres van elementen van de Benelux-tunnel (M 895, 1966) |
De ruimte in de
Bangkokloods kwam vrij voor andere onderzoeken. |
adjunct-directeur opgevolgd door ir. J.E. Prins, en ir. J.J. Vinjé werd
hoofd laboratorium De Voorst. De in 1970 in gebruik genomen Oosterscheldehal |
het getijmodel M 1000 als het detailmodel M 1001 een plaats zouden vinden. Tevens werd er een kantoor bijgebouwd, terwijl er ook hard gewerkt werd aan een centrale kantine. Deze bouwwerken werden op 5 januari 1970 op feestelijke wijze in gebruik gesteld waarbij de kantine een plastiek van de kunstenaar Herman Nieweg werd onthuld, en in de Oosterscheldehal een door de aannemers aangeboden kunstwerk werd overgedragen (ook dit kunstwerk werd door Nieweg gemaakt). In de loop van 1969 kregen we een "terminal" van Control Data te Rijswijk voor de uitvoering van computerwerk. Op 4 september vond het laatste PV-reisje plaats; de tocht voerde ons naar Den Helder waar een ieder zijn kennis van de vloeistofmechanica, elk op zijn eigen manier toetste. Op 18 november werd de heer H. Harsevoort tot erelid van de PV benoemd. Op 2 december vond promotie plaats van ir. C.B. Vreugdenhil. |
1971 - 1975. |
Op 22 september 1971 vond voor het eerst een
uitwisselingsdag plaats. Daarbij werd het 25-jarig
dienstjubileum van ir. H.J. Schoemaker (15
september 1946) gevierd. De in 1973 in gebruik genomen "grote zandgoot" voor fundamenteel onderzoek naar sedimenttransport in bovenrivieren (R 657)
In 1973 werd een raamovereenkomst gesloten met
het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Haren.
Tegenover de Golfbak werd een 5 m brede overdekte goot, voor onderzoek van constructies in
golven en stroom, de Pentagoot, in gebruik genomen. |
1971 - 1975. |
|
Op 22 september 1971 vond voor het eerst een
uitwisselingsdag plaats. Daarbij werd het 25-jarig
dienstjubileum van ir. H.J. Schoemaker (15
september 1946) gevierd. |
De in 1973 in gebruik genomen "grote zandgoot" voor fundamenteel onderzoek naar sedimenttransport in bovenrivieren (R 657) In 1974 werd, in het kader van de bedrijfszelfbescherming, een brandweerploeg geformeerd en opgeleid en kwam een brandspuit en brandweerbusje beschikbaar en werd een brandweergarage gebouwd. Een grote loods voor modelonderzoek van de Waalbocht te Nijmegen (M 1278) kwam gereed. |
1971 - 1975. |
||
Op 22 september 1971 vond voor het eerst een
uitwisselingsdag plaats. Daarbij werd het 25-jarig
dienstjubileum van ir. H.J. Schoemaker (15
september 1946) gevierd. |
De in 1973 in gebruik genomen "grote zandgoot" voor fundamenteel onderzoek naar sedimenttransport in bovenrivieren (R 657) |
de Oosterscheldehal kwam een grote
goot voor fundamenteel onderzoek naar sedimenttransport in bovenrivieren gereed.
In 1973 werd een raamovereenkomst gesloten met
het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Haren.
Tegenover de Golfbak werd een 5 m brede overdekte goot, voor onderzoek van constructies in
golven en stroom, de Pentagoot, in gebruik genomen. |
1971 - 1975. |
|||
Op 22 september 1971 vond voor het eerst een
uitwisselingsdag plaats. Daarbij werd het 25-jarig
dienstjubileum van ir. H.J. Schoemaker (15
september 1946) gevierd. |
In 1972 kwam de derde fase gereed van het centrale bedrijfsgebouw, waardoor naast een
timmerwerkplaats, houtopslag, schilderwerkplaats en zeeflaboratorium er vooral veel
ruimte beschikbaar
kwam voor magazijn en archief. |
De in 1973 in gebruik genomen "grote zandgoot" voor fundamenteel onderzoek naar sedimenttransport in bovenrivieren (R 657) |
In 1973 werd een raamovereenkomst gesloten met
het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Haren.
Tegenover de Golfbak werd een 5 m brede overdekte goot, voor onderzoek van constructies in
golven en stroom, de Pentagoot, in gebruik genomen. |
LV - vandaag 1 |
Het laboratorium De Voorst vormt een hoofdafdeling van het Waterloopkundig Laboratorium,
waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Delft.
Het Waterloopkundig Laboratorium vormt tezamen met het Laboratorium voor
Grondmechanica de Stichting Waterbouwkundig Laboratorium.
Deze Stichting werd in 1933 door het Rijk opgericht.
Het Bestuur van de Stichting bestaat uit 14 leden benoemd door de ministeries van Financiën, Onderwijs
en Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat.
De dagelijkse leiding van het Waterloopkundig
Laboratorium berust bij een door het Bestuur benoemde directeur en adjunct-directeur (ir. J.E. Prins
en ir. J.G.H.R. Diephuis). IJspartijen aan de uitlaatduikers bij de Zwolse Vaart
Sommige modellen zijn voorzien van een eigen watercircuit; daarin wordt niet van
oppervlaktewater gebruik gemaakt, maar van leidingwater (de grote
zuiverheid hiervan is een eerste vereiste bij dergelijke
modellen). |
LV - vandaag 1 |
|
Het laboratorium De Voorst vormt een hoofdafdeling van het Waterloopkundig Laboratorium,
waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Delft.
Het Waterloopkundig Laboratorium vormt tezamen met het Laboratorium voor
Grondmechanica de Stichting Waterbouwkundig Laboratorium.
Deze Stichting werd in 1933 door het Rijk opgericht.
Het Bestuur van de Stichting bestaat uit 14 leden benoemd door de ministeries van Financiën, Onderwijs
en Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat.
De dagelijkse leiding van het Waterloopkundig
Laboratorium berust bij een door het Bestuur benoemde directeur en adjunct-directeur (ir. J.E. Prins
en ir. J.G.H.R. Diephuis). IJspartijen aan de uitlaatduikers bij de Zwolse Vaart Sommige modellen zijn voorzien van een eigen watercircuit; daarin wordt niet van oppervlaktewater gebruik gemaakt, maar van leidingwater (de |
grote
zuiverheid hiervan is een eerste vereiste bij dergelijke
modellen). |
LV - vandaag 1 |
||
Het laboratorium De Voorst vormt een hoofdafdeling van het Waterloopkundig Laboratorium,
waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Delft.
Het Waterloopkundig Laboratorium vormt tezamen met het Laboratorium voor
Grondmechanica de Stichting Waterbouwkundig Laboratorium.
Deze Stichting werd in 1933 door het Rijk opgericht.
Het Bestuur van de Stichting bestaat uit 14 leden benoemd door de ministeries van Financiën, Onderwijs
en Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat.
De dagelijkse leiding van het Waterloopkundig
Laboratorium berust bij een door het Bestuur benoemde directeur en adjunct-directeur (ir. J.E. Prins
en ir. J.G.H.R. Diephuis). |
het laboratorium) op
naar het Vollenhover Kanaal. Op deze wijze beschouwd, doorloopt het water als het ware een vast
circuit. IJspartijen aan de uitlaatduikers bij de Zwolse Vaart
Sommige modellen zijn voorzien van een eigen watercircuit; daarin wordt niet van
oppervlaktewater gebruik gemaakt, maar van leidingwater (de grote
zuiverheid hiervan is een eerste vereiste bij dergelijke
modellen). |
worden bestuurd, ze kunnen daadwerkelijk door een levensechte stuurman , die zich
aan boord van het modelschip bevindt, worden bestuurd, maar radiografische besturing is eveneens
mogelijk. |
LV- vandaag 1 |
|||
Het laboratorium De Voorst vormt een hoofdafdeling van het Waterloopkundig Laboratorium,
waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Delft.
Het Waterloopkundig Laboratorium vormt tezamen met het Laboratorium voor
Grondmechanica de Stichting Waterbouwkundig Laboratorium.
Deze Stichting werd in 1933 door het Rijk opgericht.
Het Bestuur van de Stichting bestaat uit 14 leden benoemd door de ministeries van Financiën, Onderwijs
en Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat.
De dagelijkse leiding van het Waterloopkundig
Laboratorium berust bij een door het Bestuur benoemde directeur en adjunct-directeur (ir. J.E. Prins
en ir. J.G.H.R. Diephuis). |
De openluchtmodellen (thans 35 plaatsen beschikbaar) kunnen van water worden voorzien dat door
een duiker vanuit het Vollenhover Kanaal binnen gelaten en via een regelvijver en een stelsel
van aanvoersloten tot de modellen wordt toegelaten. IJspartijen aan de uitlaatduikers bij de Zwolse Vaart
Sommige modellen zijn voorzien van een eigen watercircuit; daarin wordt niet van
oppervlaktewater gebruik gemaakt, maar van leidingwater (de grote
zuiverheid hiervan is een eerste vereiste bij dergelijke
modellen). |
De modellen kunnen globaal in drie groepen worden,
verdeeld; stroom-, golf- en scheepvaartmodellen, of
een combinatie hiervan. |
golven worden
opgewekt d.m.v. een ventilator grote windsnelheden
kunnen worden opgewekt.
Voor onderzoeken waarbij grote stroomsnelheden
vereist zijn, is er een stroomgoot met een doorsnede
van 3 x 3 meter en een effectieve lengte van 100
meter aanwezig. Deze goot heeft een capaciteit van
ongeveer 12 m³/s. |